Gedurende mijn carrière als diëtist heb ik de kans gekregen om met veel cliënten te werken. De meerderheid van hen worstelde met gewichtsproblemen, waarbij de focus van de begeleiding meestal op gewichtsverlies lag. De norm was het verminderen of normaliseren van de Body Mass Index (BMI).
In plaats van het promoten van crashdiëten, hebben we geprobeerd om door middel van gedragsverandering in een jaar tijd 5 tot 10 procent van het lichaamsgewicht te verliezen. Het bereiken van deze doelen was echter niet altijd succesvol. Lees in dit artikel waarom focussen op de BMI niet werkt en waarom een gezonde relatie met eten krijgen veel belangrijker is.
HET PROBLEEM MET DE FOCUS OP HET GEWICHT EN BMI
Ik merkte op dat cliënten die hun doel hadden bereikt terugkeerden, nadat ze de verloren kilo’s hadden teruggewonnen. Dit leidde tot een vicieuze cirkel waarin we opnieuw begonnen met het proces. Er waren ook cliënten die ondanks een bijna perfect voedingspatroon, nog steeds als te zwaar werden geclassificeerd volgens de BMI-normen. Het was altijd een uitdaging om iets te veranderen in hun routine, in de hoop dat het gewicht zou afnemen. Deze zoektocht bleek vaak frustrerend, vooral omdat zorgverleners bleven aandringen op de noodzaak om af te vallen.
BEWIJS UIT DE WETENSCHAP: WAAROM EEN GEZONDE RELATIE MET ETEN BELANGRIJKER IS
Met de kennis die we nu hebben, begrijp ik waarom diëten om af te vallen niet effectief zijn. En welke schade de dieetcultuur, gewichtsstigma’s en het jojo-effect kunnen hebben op de mentale en fysieke gezondheid van mensen.
Deze vijf onderstaande wetenschappelijke feiten versterken dit idee:
1. BMI was oorspronkelijk nooit bedoeld om de gezondheid van een individu aan af te meten
Het doel van de BMI was om sociale statistieken te ontwikkelen en populatiegegevens te begrijpen. Om een eenvoudige, gemakkelijk te berekenen maat te hebben voor de gemiddelde verhouding tussen gewicht en lengte in grote populaties. Hiermee kon de Belgische wiskundige Adolphe Quetelet, die de BMI ontwikkelde, gezondheidstrends en -risico’s in bevolkingsgroepen volgen. De BMI was dus niet bedoeld om de gezondheid of het ideale gewicht van een individu te beoordelen. Tegenwoordig gebeurt dit vaak wel.
2. Hoge BMI betekent niet noodzakelijkerwijs verhoogd risico op ziektes
Hoewel er veel studies zijn die aantonen dat de BMI correleert met verschillende ziektes, betekent correlatie niet noodzakelijkerwijs oorzakelijk verband. Relevante factoren die vaak over het hoofd worden gezien zijn: leefstijl, genetische processen, psychologische aspecten, stress, natuurlijke lichaamsvariatie en socio-economische omstandigheden, zoals armoede. Bij natuurlijke lichaamsvariatie wordt er bedoeld dat er bij de BMI geen rekening gehouden wordt met de verdeling van lichaamsvet, spiermassa en botdichtheid.
3. Volgens epidemiologische studies hebben mensen met een BMI van 25-30 (categorie ‘overgewicht’) het laagste overlijdensrisico
Het fenomeen, waarbij mensen met een BMI tussen 25 en 30 (wat vaak geclassificeerd wordt als ‘overgewicht’) het laagste overlijdensrisico lijken te hebben, wordt soms de ‘obesitas-paradox’ genoemd. Zo hebben mensen met een hogere BMI mogelijk extra energiereserves om te gebruiken in tijden van ziekte. Wanneer een ernstige ziekte toeslaat, kunnen mensen vaak veel gewicht verliezen. Degenen met wat extra gewicht zijn mogelijk beter bestand tegen deze periodes van hoge stress voor het lichaam. Daarbij zijn actieve mensen met een BMI tussen de 25 en 30 vaak minder vatbaar voor ziektes dan minder actieve mensen met een gezonde BMI.
4. Gedrag heeft een veel grotere invloed op de gezondheid dan gewicht
Gedrag heeft een veel grotere invloed op de gezondheid dan het gewicht. Onder gedrag vallen aspecten als eetgewoonten, lichaamsbeweging, slaapgewoonten, alcoholgebruik, roken en stressbeheersing. Al deze factoren kunnen een aanzienlijke impact hebben op iemands gezondheid en welzijn. Vaak in nog grotere mate dan lichaamsgewicht of BMI alleen. Enkele voorbeelden van gezonde gewoontes zijn: meer dan 12 keer per maand bewegen, een gezond eetpatroon onderhouden (5 porties groenten en fruit per dag), niet roken en weinig alcohol drinken. Het voordeel van richten op gedragsverandering zijn de positieve effecten die veel sneller zichtbaar zijn. Zo zijn gezonde gedragingen, zoals lichaamsbeweging en een goede nachtrust, ook verbonden met een betere mentale gezondheid, inclusief een lager risico op depressie en angststoornissen. Lichaamsbeweging en een gezond voedingspatroon hebben een directe impact op onze lichaamsfuncties en -processen. Ze beïnvloeden bijvoorbeeld ons metabolisme, onze hartfunctie, insulinegevoeligheid, ontstekingsniveaus en mentale gezondheid. Dit geldt ongeacht iemands gewicht.
5. Het jojo-effect heeft een negatief effect op de gezondheid
Circa 80 tot 95 procent van de mensen die afvallen, komen uiteindelijk weer aan. Dit geeft aan dat diëten over het algemeen niet effectief zijn op de lange termijn. Het gewichtsstigma en het jojo-effect kunnen negatieve invloeden hebben op de gezondheid.
Enkele voorbeelden hiervan zijn:
- Verhoogde stressniveaus
- Slechter mentaal welzijn, waaronder weinig zelfvertrouwen, een negatief lichaamsbeeld, en de ontwikkeling van angststoornissen en verslavingen
- Verhoogde bloedglucosespiegels
- Hoge bloeddruk
- Verhoogde sterfte, met name door hart- en vaatziekten
- Chronische ontstekingen
- Een verhoogd risico op bepaalde soorten kanker.
HET OPBOUWEN VAN EEN GEZONDE RELATIE MET ETEN: EEN NIEUWE BENADERING
Door te werken aan het opbouwen van een gezonde relatie met eten, je lichaam en jezelf, door meer in contact te komen met lichaamssignalen zoals honger, verzadiging, pijn en vermoeidheid, en door stil te staan bij je persoonlijke behoeften en waarden, kun je werkelijk werken aan je mentale en lichamelijke gezondheid.
Mijn webinar “Waarom diëten om af te vallen niet werken & de invloed van de dieetcultuur op onze mentale en lichamelijke gezondheid” is gratis te volgen. Hierin leg ik uit hoe je een gezonde relatie met eten kunt ontwikkelen, wat je beter niet kunt doen, en hoe je op een andere manier met eten, je lichaam en je gewicht kunt omgaan. Het resultaat? Meer rust rondom eten, een ontspannener leven, een positiever lichaamsbeeld en meer zelfacceptatie.